Naaste
Een man reisde van Jeruzalem naar Jericho. Maar onderweg werd hij door rovers overvallen. Ze pakten alles van hem af, ook zijn kleren. Ze sloegen hem halfdood, en lieten hem liggen. Toevallig kwam er een priester langs. Hij zag de man wel liggen, maar hij liep hem voorbij aan de overkant van de weg. Toen er even later een hulppriester langskwam, gebeurde hetzelfde. Hij zag de man wel liggen, maar hij liep hem voorbij aan de overkant van de weg.
Toen kwam er een vreemdeling langs, een Samaritaan. Hij zag de man liggen en kreeg medelijden. Daarom ging hij naar hem toe. Hij verzorgde de wonden van de man met olie en wijn. En hij deed er verband om. Toen zette hij de man op zijn eigen ezel en bracht hem naar een herberg. Daar zorgde hij voor hem. De volgende dag gaf de Samaritaan geld aan de eigenaar van de herberg en zei: ‘Zorg goed voor de man. Als het je meer geld kost, krijg je dat van me op mijn terugreis.’
-----------------------------
Iedereen kan een barmhartige samaritaan zijn, maar iedereen kan ook zo de overvallen handelaar worden. Daarom zijn in dit beeld meerdere personen verwerkt.